1.-Hoe heet jij?
-Ik heet Anja. En jij?
-Alex. Aangenaam!
-Aangenaam!

2.-Hallo?Ik ben Peter. Ben jij Sofie?
-Neen, ik ben Anja. Dat is Sofie!

3.-Hallo, ik ben Anja.
-Marco, aangenaam!

4.-Wie is dat?(Кто это?)
-Dat is Carlo, de vriend van Anja.
Carlo,dit is Erika.
-Aangenaam!
-Aangenaam!

5.-Dag Erik!(Привет, Эрик)
- Dag Sofie!Hoe gaat het met jou?
-Goed en met jou?
-Prima! Is dat Carlo daar?(Замечательно!Это Карло там?)
-Neen, dat is Pablo. Pablo, dit is Erik!
-Aangenaam!
-Aangenaam!

6. -Dag Els! Hoe is`t?
-Goed en met jou?
-Ook goed.(Так же хорошо)
-Tot morgen!(До завтра)
Tot morgen!